Ik zie ik zie wat jij (niet) ziet... (perspectieven 3/4)
Hoe leer ik steeds weer andere perspectieven innemen dan die die ik al ken? Het is een
belangrijkere vraag naarmate we ons leven steeds bewuster vorm en inhoud willen geven. Voor velen van ons begint dat pad met de vraag: wie is eigenlijk die 'ik' die verschillende perspectieven kan innemen? Is dat degene die je ziet als je in de spiegel kijkt? Of zou het nog iets heel anders kunnen zijn?
Om een (steeds verder gaander) antwoord te kunnen geven op die vraag - in verschillende situaties - hanteer ik een eenvoudig uitgangspunt: wie/wat ik ben hangt af van het punt van waaruit degene die naar mij kijkt. Een paar voorbeelden om het simpel te houden:
Als ik zeg: ik ben Margot, dan is de persoon gekoppeld aan mijn naam bepalend voor mijn perspectief op mezelf. En ik kan daar allerlei aan toevoegen zoals waar ik woon, mijn leeftijd etc.
Als ik vertel over mijn loopbaan, dan identificeer ik me met de dingen die ik doe.
En als je me vraagt: wie ben jij nou echt... dan zijn er ook nog heel andere perspectieven te geven. Zoals je verderop kunt lezen.
SPEL
Dus mijn antwoord kan afhangen van hoe ik naar mijzelf kijk vanuit een bepaalde context. En van wat degene die naar mij kijkt ziet. Op een bepaald moment kan ik me beginnen te realiseren dat al die perspectieven waar zijn, maar ook niet helemaal. Ze zijn relatief. Op het ene moment ervaar ik omschrijvingen als adequaat en op een ander moment zijn ze onvolledig. Als ik die gewaarwording eenmaal heb, dan kan het gevolg daarvan zijn dat ik verder wil uitvinden wat nu precies bepaalt 'wie ik ben'.
Een leuke, snelle en diepergaande manier om deze vraag verder te onderzoeken is dit 'perspectievenspel':
Als iemand naar mij kijkt dan ziet hij hoe ik eruit zie als mens...
Als iemand alsmaar dichterbij zou komen, dan kan hij bijvoorbeeld de cellen van mijn huid zien...
Als iemand met een microscoop verder naar binnen zou kijken, dan ziet hij allerlei micro-organismen...
enzovoort.
En zo kan iemand zijn perspectief op 'wie ik ben' alsmaar veranderen, afhankelijk van hoe hij kijkt. En zo kunnen er ook steeds meer aspecten van mij in beeld komen, die vaak niet in beeld zijn. Want we kunnen hetzelfde spelletje ook andersom doen:
Als iemand naar mij kijkt dan ziet hij hoe ik eruit zie als mens...
Als iemand meer en meer afstand van mij zou nemen, dan ziet hij bijvoorbeeld het huis en de straat waar ik ben...
En dan de stad...
En dan de provincie...
Een land...
De aarde...
De melkweg...
enzovoort....
Dus als het gaat om de perspectieven die ik op 'mij' kan hebben, dan blijkt dat ik veel meer verschillende gezichten heb dan ik denk. Voor iemand die voor me staat is dat 'een mens'. Voor iemand die naar 'mij' kijkt vanaf een andere planeet is mijn gezicht 'de aarde'.
Dit is niet alleen een speelse manier van leren zien dat we allemaal meer zijn dan we geleerd krijgen (afhankelijk van het perspectief dat we innemen), het is ook een meer accurate manier. Onze virtuele werkelijkheid omvat immers al die verschillende datastromen. Ze vormen deze werkelijkheid - ze worden gegeneerd door het Grote Bewustzijn Systeem - waar ik als mens ook weer deel vanuit maak. En dat geldt dan dus ook voor alle andere mensen, wezens en dingen die zie.
Misschien sta je ook wel wat raar te kijken van zo'n spelletje. Maar 'iets' in ons kent het mogelijk ook wel. Veel kinderen schrijven bijvoorbeeld zo hun naam en adres opschrijven in een boek:
Dit boek is van...
Naam
Straatnaam
Woonplaats
Provincie
Land
De wereld
Het Heelal
EEN DIEPSTE - ECHT - IK?
Nu we allerlei perspectieven hebben bekeken, is er nog een andere prangende vraag:
Bevindt zich ook 'iets' in het centrum van al die perspectieven, dat 'ik' ten diepste ben?
Vanuit het perspectief van de virtuele werkelijkheid bezien, zou je hoe dan ook kunnen zeggen: al die verschillende lagen van deze werkelijkheid zijn virtueel. Niets is dus echt 'echt'. En dus bevindt zich ook niet 'iets' dat 'echt' is in het centrum ervan.
Zomaar aannemen dat dat zo is, is voor onze groei niet zo nuttig, en ook niet nodig. Want ook hier kunnen we zelf onderzoeken en ervaren.
Laten we voor een goed begrip nog even teruggaan naar onze start in deze werkelijkheid. Als baby hebben we geen idee van wie we zijn. Ons bewustzijn is open - we kunnen nog geen onderscheid maken tussen 'ik' en 'ander', want we hebben nog geen beeld van onszelf.
De mensen om ons heen leren ons wat de namen zijn van alle metaforen, waar we in deze werkelijkheid mee te maken hebben: mama, papa, auto, pop etc. En ze geven ons ook informatie over wie wij zijn, zoals een jongen/meisje, broertje/zusje, lief/ondeugend etc. Tegen de tijd dat we volwassen zijn, hebben we een bepaalde vastomlijnde identiteit gevormd. Dit is 'wie we zijn'. En heel vaak is dat beeld dus gebaseerd op hoe anderen naar ons keken en kijken. Je zou het je 'publieke identiteit' kunnen noemen.
Maar wie dieper kijkt, ontdekt dat er ook een andere 'identiteit' is, die alleen jij kunt ervaren. Het is een subjectieve ervaring, die we misschien wel onze kern willen kunnen noemen. Maar die eigenlijk 'niks' en tegelijkertijd 'alles' is. En ook daar kunnen we ons op speelse manieren (steeds meer) gewaar van worden. Bijvoorbeeld door de volgende oefening te doen (rustig zitten is daarbij handig):
* Kijk even naar de vloer voor je.
* Kijk even naar je knie.
* Kijk even naar je buik/borst.
* Kijk naar je gezicht. Wat zie je?
GEEN GEZICHT ;)
Wat ervaar je als je naar je eigen gezicht wilt kijken en er is niks om naar te kijken (je gezicht is er niet)? Ik ervaar een open ruimte. Een leegte van waaruit ik de wereld in kijk. Er is opeens geen perspectief. Er is geen 'Margot' die labels plakt op allerlei mensen en dingen.
Er is alleen maar leegte, openheid. Misschien zouden we dit de kern van ons wezen willen noemen. En dat is op zich okee als we maar kunnen zien dat we dat doen vanuit onze behoefte om dingen te kunnen benoemen. Want deze ervaring van lege openheid kun je niet in onze kleine woorden vatten. Mijn ervaring zegt dan ook dat er niks is dat ik kan benoemen. En het bijzondere is dat tegelijkertijd alles ook is. Omdat in die openheid de wereld om mij heen verschijnt. Maar nu zonder dat ik me met 'iets' identificeer. Er is geen onderscheid tussen mij en de/het andere.
Oefeningen als deze* - en je kunt die zo vaak doen als je wilt om je ervaring verder te verdiepen - kunnen behulpzaam zijn als we willen groeien in het kunnen innemen van meer en meer perspectieven. Wat in deze leegte verschijnt ook mijn avatar*, degene die ik 'Margot' noem. En de andere spelers in het spel van deze werkelijkheid, met wie ik de hele dag door perspectieven aan het uitwisselen ben.
Hoe meer ik dat uitwisselen kan doen vanuit het besef en gewaar-zijn van de leegte, ruimte, openheid (kies een woord dat jou het meeste aanspreekt), hoe minder ik me hoef te identificeren met vooral mijn perspectief. En daardoor kunnen we elkaar op een authentieke manier ruimte geven. En hoe meer we dat (leren) doen, hoe meer we weer bereid zijn om ook van elkaar te leren. Waardoor we nieuwe informatie ontwikkelen, die ertoe leiden kan dat we alsmaar weer nieuwe perspectieven genereren. Dat is de innovatie die we met een gewoon woord ook wel 'evolutie' noemen, maar die als je er zo bij stil staat zo heel erg bijzonder is.
* Wil je meer weten over de achtergrond van deze oefeningen, kijk dan ook eens op de website www.headless.org. Die gaat over het werk van de filosoof Douglas Harding. En waar ook de inhoud van deze blog door geïnspireerd is.
* Als we op Deja.Nu het woord 'avatar' gebruiken dan bedoelen we daarmee dat wij mensen allemaal creaties zijn van het Grote Bewustzijn Systeem. We zijn dus veel meer omvattend dan dat we in ons dagelijkse doen geneigd zijn te denken.
________________________________________________
GERELATEERDE BLOGS
>>> Andere delen in deze serie:
- De dingen zien zoals WIJ zijn (deel 2)
- Jij ziet jij ziet wat ik niet zie (deel 4)
>>> Overige gerelateerde blogs, gebundeld in een e-boek pagina op deze pagina.